2. Vergeten

In de pubertijd lijken de aanvankelijke onbewuste intenties en drijfveren naar de achtergrond te verschuiven. Op de voorgrond komt mijn ontdekkingsreis naar de volwassenheid en alles wat daarbij hoort. Een belangrijk onderdeel is ‘ergens bij te horen’… bij m’n vriendinnen, bij de klas, de tekenclub en het zangkoor... De eigenheid maakt wat meer plaats voor datgene wat bepalend is om erbij te horen.

 

De persoonlijke gewaarwording van dat er meer tussen hemel en aarde moet zijn, verlies ik dan ook uit het oog. Het enige restant wat daarvan zichtbaar blijft is filosoferen over de zin van het leven met vriendinnen, in de laatste klassen van de middelbare school. In het vuur van het gesprek slaan we soms zelfs lesuren over… we spijbelen.

De ervaringen zijn tweeledig: enerzijds het avontuur en de ontdekkingsreis, anderzijds de gevoelens van onzekerheid en het gebrek aan zelfvertrouwen die bij deze leeftijd horen. Door met name dit laatste vergelijk ik mezelf regelmatig met anderen en natuurlijk is er dan altijd iemand die beter af lijkt te zijn.

 

Tegelijkertijd zoek ik ook naar een voorbeeld en een rolmodel; het zoeken naar iets anders dan wat ik meekrijg en zie van ouders, leraren en andere volwassenen. Dat verlangen naar ‘wat anders’ leeft ook in de generatie waarin ik opgroei.

Midden jaren zestig worden vele heilige huisjes omver geschopt door degenen die net iets ouder zijn dan ik, waardoor vele verworven vrijheden ook voor mij beschikbaar komen.

Inmiddels stond ik als lid van het jongerenkoor in de kerk op het altaar waar ik als kind zo verlangend naar gekeken had en kondigde zich een toekomst aan van vernieuwing: zingen op beatmuziek in plaats van gregoriaans gezang.

 

Reflectie

Anders zijn dan je leeftijdgenoten is als jongere niet wenselijk; ik wilde niet het risico lopen om er niet bij te horen. Terugkijkend op die periode heb ik geen dingen gedaan waar ik nu spijt van heb. Wel heb ik iets ingeleverd van wat ik nu beschouw als ‘eigenheid’. Ik nam veel indrukken in me op door te luisteren en te observeren en uitte mezelf niet gemakkelijk in datgene wat zich vanbinnen afspeelde. Tegelijkertijd probeerde ik zoveel mogelijk om mezelf aan te passen. Dat is het beeld van nu en toen kon het niet anders… 

 

Vraag

Wat kan ik zien van mezelf als kind/jongere/jong volwassene? Waar, wanneer en aan wie heb ik me proberen aan te passen? Is er iets van mijzelf wat ik daardoor heb ingeleverd?